Warmbloedig toneel over bange mensen in labiele tijden
In Verhalen uit het Weense Woud volgen we de lotgevallen van een aantal kleurrijke bewoners van een willekeurige straat in een stad. Tegen de achtergrond van een wankele economie zoeken ze rust in de natuur of fortuin in de loterij. En gretig naar warmte storten ze zich in geflirt en blinde liefdes.
In dit stuk uit 1931 over bange mensen in labiele tijden schetst Von Horváth een wereld die in hoog tempo aan het veranderen is. Zijn figuren balanceren tussen droom en daad, hun denken is vaak naïef, hun handelen onbeholpen. Hij laat zien hoe ieder afzonderlijk mens in al zijn kwetsbaarheid met het leven ploetert, zonder in somberheid te vervallen. Zijn stukken zijn met compassie geschreven en ondanks alle tragiek uitbundige vieringen van het leven.
Het is precies die combinatie van wreedheid en feestelijkheid die regisseur Arie de Mol zo aanspreekt in het werk van Von Horváth (1901-1937).Hij regisseerde eerder Kasimir en Karoline en Italiaanse nacht en vertaalde Geloof Liefde Hoop van deze schrijver. Arie de Mol regisseert nu een groot ensemble van acht spelers en als altijd bij De Mol speelt live muziek een belangrijke rol. Vorig seizoen trad Arie de Mol aan als artistiek leider van Toneelgroep Maastricht en kreeg lovende recensies voor zijn regies van Vijand van het volk van Ibsen en De opgaande zon van Heijermans.
Toneelgroep Maastricht verbeeldt het tijdloze verhaal van de ploeterende mens en zijn verlangen naar houvast. Muzikaal en ontregelend. Hartstochtelijk gebracht.
tekst Ödön von Horváth
regie/vertaling Arie de Mol
spel Jack Vecht, Gitta Fleuren, Gusta Geleijnse, Reinier Demeijer, Lore Dijkman, Freek den Hartogh, Martijn van der Veen en Bram De Win.
